4 misverstanden over rouw
Iedereen krijgt vroeg of laat te maken met verlieservaringen. Het kan daarom handig zijn om wat algemene kennis over rouw te hebben. In dit blog zet ik de 4 misverstanden over rouw op een rij die ik het vaakst in mijn praktijk tegenkom. Ik wil hiermee vooral onnodige zorgen wegnemen, en hoop dat je na het lezen meer ruimte en rust voelt om te (laten) rouwen zoals het zich aandient.
Misverstand 1: Bij rouw doorloop je verschillende fasen
“Ik ben nooit boos geweest!”, zei een weduwe. Zij twijfelde of ze het verlies van haar man wel goed verwerkt had en zocht daarom contact met mij. Haar zorg was gebaseerd op het model van Elisabeth Kübler-Ross, een psychiater die 5 fasen van rouwverwerking beschreef. Het wordt nog steeds vaak aangehaald. Het zorgt voor verwarring als de volgorde niet overeen komt of wanneer een fase wordt overgeslagen.
Wat veel mensen niet weten is dat Kübler-Ross zich bezig hield met stervenden. De fasen uit haar onderzoek gingen over verdriet van mensen die dood gingen. Wat nog minder mensen weten is dat zij uiteindelijk van mening was dat ze ernaast zat met haar bevindingen. Er is tot op heden geen enkele standaard ontdekt in het omgaan met verlies. Wel lijkt het erop dat je als rouwende een aantal “taken” hebt, zoals het aanvaarden van de nieuwe realiteit en je met de tijd daaraan aanpassen. Iedereen doet dit echter op zijn/haar eigen manier.
Misverstand 2: Om verlies te verwerken moet je er actief mee bezig zijn
Deze misvatting komt voort uit de vorige, namelijk uit het idee dat er standaarden bestaan voor het omgaan met verlies. In de realiteit is het zo dat de een actief bezig wil zijn met verdriet en de ander dit juist neigt te vermijden. Erover praten, de film van de begrafenis terug willen zien, een herdenkingsplek in huis inrichten, of juist foto’s weghalen, niet naar een graf willen gaan en het over andere dingen willen hebben. Beide varianten, dus zowel ermee bezig zijn als er niet mee bezig zijn, zijn manieren waarop wij verwerken. De meesten van ons zullen een mix van beiden vertonen.
Je neiging en behoeften hebben veel te maken met hoe je in elkaar zit en hoe je geleerd hebt om met emoties en situaties om te gaan. Een introvert, minder verbaal iemand hoeft dus echt niet onder druk gezet te worden om zijn ziel bloot te leggen. Ook hoef jij je geen zorgen te maken wanneer je de draad snel oppakt. Wat belangrijk is bij rouw is dat je de vrijheid voelt om je naar behoefte te uiten. De meeste mensen ervaren opluchting als er een of andere uitingsvorm voor hun verdriet is.
Misverstand 3: Na een jaar moet het ergste wel achter de rug zijn
Een misverstand dat nogal onzeker kan maken over je eigen situatie. Ook kan het de omgeving verleiden om zich zorgen te gaan maken en om iemand te helpen “sneller te herstellen”. Het huidige uitgangspunt is dat de duur van intense rouw afhangt van de aard van het verlies. Zo duurt het bij verlies van een kind of kleinkind al gauw 7 jaar voordat het leven weer een beetje een normaal verloop krijgt.
De norm die op dit moment wordt gehanteerd is dat er binnen het eerste jaar in principe niet gesproken kan worden van problematische rouw. Rouw die langer dan een jaar duurt en waarbij mensen bijvoorbeeld slecht slapen, minder genieten, zich moeilijk kunnen concentreren en niet kunnen geloven dat iets of iemand er niet meer is zijn “normale bijwerkingen” van rouw. Zelfs iemand zien of horen (hallucinaties) hoort bij de gewone verschijnselen die zich bij rouw voor kunnen doen.
Verder is rouw geen aflopende zaak is, maar komt het in golfbewegingen en kan het een heel leven lang aanwezig blijven. Je zou de term “rouwverwerking” dus als rare term kunnen opvatten. Bij bijzondere momenten komen symptomen van rouw vaak weer sterker omhoog. Ook kunnen nieuwe verlieservaringen de oude aanraken en voor een opleving van rouw zorgen.
Misverstand 4: Rouw heeft tot doel dat je los kunt laten
Vaak maakt de omgeving zich zorgen wanneer een rouwende actief bezig blijft met het verlies. Tegen de foto van een overledene praten, veelvuldig een graf bezoeken of na pensionering vaak op de koffie gaan op de oude werkplek. De rouwende wordt gestimuleerd om dit gedrag “los te laten” of probeert dit uit eigen bezorgdheid zelf, door het te verminderen of te stoppen.
Er is geen bewijs voor de aanname dat “loslaten” nodig is voor een gezond rouwproces. Sterker nog: De meeste mensen ervaren juist troost en verrijking wanneer zij verbinding kunnen houden met degene die, of datgene wat waardevol was (en dus nog steeds is). Zelf of samen met iemand kijken hoe je dat waardevolle kunt blijven verbinden met je leven kan dus fijn en belangrijk zijn. Slechts wanneer “te veel” toenaderingsgedrag of “te veel” vermijdingsgedrag leidt tot duidelijke klachten en disfunctioneren verdient dit aandacht. Er kan dan sprake zijn van gecompliceerde rouw.
Ik hoop dat inmiddels duidelijk wordt dat er ruimte is voor rouw in alle soorten en maten. Dit wil niet zeggen dat rouwen risicoloos is. Gecompliceerde rouw kan serieuze klachten en problemen met zich mee brengen. Ondanks misverstanden over rouw komt gecompliceerde rouw veel vaker voor dan gedacht. Het wordt nog vaak over het hoofd gezien, zeker bij ouderen. Dit terwijl behandeling goed mogelijk is en goede resultaten geeft.
Heb je na het lezen van dit blog het gevoel dat je hulp kunt gebruiken? Neem gerust contact op voor een vrijblijvend gesprek via www.praktijk-cambio.nl